Steen is geen spat veranderd
“Ik rap minder over kanker en meer over bier”
Vader worden is geen kattepis. Het moment waarop je een kind op de wereld zet zou op zijn minst een sprankje verantwoordelijkheidsgevoel in je moeten opwekken. Zelfs van de onverbeterlijke, inmiddels 28-jarige Steen zou je tegenwoordig verwachten dat hij de drank, drugs en wijven heeft vervangen voor luiers en knuffels. Je hoeft de terrorrapper echter maar op Twitter te volgen om erachter te komen dat het tegendeel waar is: Steen is terug en geen spat veranderd.
Op een bedrijfsterrein in Den Haag, te midden van een handvol automonteurs en diens schreeuwerige APK-reclames, staat de studio van Shockmount. Evenals de oude buitenkant van het gebouw doet ook de binnenkant denken aan een uitgewoond kraakpand: een aantal versleten banken, een koelkast vol bier en wat rondslingerende kleding vullen de onafgewerkte kamers. Alleen de achterste ruimte suggereert dat er muziek in het pand wordt opgenomen en is volgebouwd met drumcomputers, keyboards en andere elektronica. Aldaar zit Steen met een halve liter bier in zijn hand, klaar om uit te leggen waarom het uitbrengen van De Vader, zijn tweede soloalbum, zo lang heeft geduurd. “Allemaal zijn schuld,” zegt hij wijzend naar Robin Veldman, een vierde van producerscollectief Shockmount. “Mijn teksten lagen anderhalf jaar geleden al klaar.” Veldman legt uit: “Na Muziek Voor Je Moeder (2008) ben ik bezig geweest met een hoop andere projecten, waaronder de productie van Caro Emeralds debuutalbum. Daardoor heeft de productie van De Vader wat langer stilgelegen.” En dan geeft ook Steen toe: “Ik heb het ook wel wat rustiger aan gedaan nu ik een dochter heb.”
Toch liet Steen dit jaar veel van zich horen. De afgelopen tijd dropte hij regelmatig een losse track, vaak met bijdragen van een horde rappers, waaronder Ciph Barker, Reggy Lines, Matarr en Guttermouff. Een heel contrast met zijn nieuwe plaat, die juist nauwelijks gastartiesten bevat. “Op deze manier heb ik mijn eigen ding kunnen doen zonder gezeik van anderen” Daarentegen hebben wel acht gastmuzikanten bijgedragen aan het album. “Een gitarist, drie verschillende drummers, een bassist, blazers…” somt Veldman op en zet een aantal nummers op om het resultaat te laten horen. Terwijl de ene track hardcore-invloeden bevat die doen denken aan Steens debuut, opent een ander nummer met een verrassende gitaarsolo. “Het is allemaal wat meer maatschappelijk verantwoord,” licht Steen toe met een droge grijns. “Ik rap ook minder over kanker en meer over bier.”
Het is waar: hoewel Steens welbekende gekanker niet volledig uit zijn vocabulaire is verdwenen, heeft Steen toch wat minder behoefte om het woord constant rond te spuien. “Op een gegeven moment zeiden zelfs mensen uit mijn directe omgeving dat ik het niet meer moet roepen. Het was sowieso allemaal opgeblazen heisa, daar moet je niet in blijven hangen,” legt hij uit. “Ik voel er tegenwoordig meer voor om persoonlijkere teksten te schrijven,” voegt hij eraan toe, terwijl hij ‘Het Zou Je Vader Maar Zijn’ opzet. In de track somt hij op wat hij bereikt heeft, maar ook de woede die hij over zich uit heeft geroepen. Hij verwacht niet dat dit soort tracks nieuwe luisteraars zullen aantrekken. “Ik denk eerder dat het oude fans zal wegjagen,” lacht hij. “Voor veel mensen is mijn muziek vooral een uitlaatklep, een manier om hun emoties kwijt te kunnen. Op De Vader is dat nog wel mogelijk, maar op een andere manier.” Veldman denkt niet dat de fans teleurgesteld zullen zijn. “Een tijd terug deden we een aantal shows waarbij we wat nieuwe nummers speelden. Het publiek ging als vanouds los. Er staan nog genoeg tracks op het nieuwe album die perfect zijn voor live shows.”
Uiteindelijk zijn het ook de optredens waar Steen het allemaal voor doet. “Voor een publiek staan dat alle teksten mee schreeuwt is fucking dope. Tijdens een show zie je pas echt het resultaat van je werk. Het creëren is ook leuk, maar vooral een lang proces.” Toch denken de mannen dat het album nog verder uitgesteld was geweest als ze het niet in eigen beheer uit zouden brengen. “In 2008 was Muziek Voor Je Moeder bijna op Top Notch uitgekomen. Op het laatste moment hebben we er toen voor gekozen om het zelf te doen, het duurde allemaal veel te lang. Ik heb er nooit spijt van gehad, ik ben blij met de mogelijkheden die we nu hebben. Het is ook niet zo dat je onder Top Notch gegarandeerd duizenden albums extra verkoopt.” Ook Veldman vindt dat onafhankelijkheid meer voordelen heeft. “Natuurlijk moet je wel eens zelf een mailtje beantwoorden, je administratie op orde houden. Maar dat weegt niet op tegen het feit dat je verder alles zelf mag bepalen.”
Zonder bemoeienis van buitenaf hebben Steen en Shockmount op deze manier het concept van De Vader bedacht. Beiden wilden graag een vervolg op Muziek Voor Je Moeder maken, en dat is niet alleen aan de nieuwe albumtitel te zien. Steen licht toe: “We hebben eerder geëxperimenteerd met andere genres, maar deze keer hebben we er bewust voor gekozen om zoveel mogelijk verschillende invloeden te gebruiken. Opnieuw is het album een combinatie van samplebeats en synthbeats, maar wel zodanig gecombineerd dat het een nieuw geheel gaat vormen.” Veldman vult aan: “Tussen de twee soloalbums in verscheen Kadaverrap 2: Tot Het Ontbindt (2009) met Spinal, een ouderwetse herriebak. Met De Vader wilden we toch weer terug naar de essentie van Muziek Voor Je Moeder: meer humor en een combinatie van harde en rustigere tracks.”
Hoe je het ook wendt of keert, de rode draad van het album blijft Steens vaderschap. Toch blijft de rapper volhouden dat er weinig veranderd is sinds hij vader is geworden. “Ik ben nog steeds dezelfde persoon, alleen rap ik nu bijvoorbeeld over andere moeders,” grapt hij. Doorvragen heeft weinig zin. “Goed, ik heb minder tijd om te zuipen en mijn haat voor pedo’s is nog groter geworden. Verder denk ik echt niet anders dan voorheen. Ik heb niet opeens de behoefte om emo te doen en odes aan mijn dochter te schrijven.” Evenmin ligt Steen wakker van de dag dat zijn dochter oud genoeg is om zijn teksten te begrijpen. “Misschien vindt ze mijn muziek later niet tof, jammer dan. Wat kan je eraan doen? Beter gaat ze zich niet druk maken om mij. Ik ben blij met mezelf, dat zou zij ook moeten zijn.”
Terwijl de mannen in de computermappen graven om meer nieuwe nummers te laten horen, valt vooral de enorme hoeveelheid onuitgebrachte tracks op. “Ik werk op het moment maar één tot twee dagen per week in een tattoo shop in Scheveningen en heb dus veel tijd om in de studio rond te hangen,” verklaart Steen. “Vaak bedenken we een concept voor een mixtape waar we op dat moment heel blij mee zijn, maar de volgende dag weer zat zijn.” Veldman noemt een paar onafgemaakte pareltjes: “We zijn eens begonnen aan een Ierse Drink EP, waarbij ik Ierse drinkliederen verwerkte in beats. Ook hebben we een aantal nummers op de beats van Kempi gemaakt.” Hij zet een bewerkte versie van ‘Zoveel Stress’ op, waarop het refrein vervangen is door ‘Ik heb zoveel bier, zoveel bier’. “Dit zouden we eigenlijk nog kunnen gebruiken als we een keer een Bier EP gaan maken,” roept Steen opeens. “Ja gek! Een Bier EP!” Uit het niets gaan de mannen nogal overenthousiast aan de slag met een Nick en Simon deuntje. Wieger Hoogendorp, de gitarist van Caro Emerald, is inmiddels ook in de studio aangeschoven en helpt graag een handje mee. Een nieuw concept is geboren, maar of het uiteindelijk wat op zal leveren is twijfelachtig. “Als ik dood ben mag Shockmount al die zooi uitbrengen,” grijnst Steen. “En anders hebben jullie De Vader om me aan te herinneren.”
Door Jelena Barisic, beeld; Aaron van Valen
Bron